Yorkshire Terrier

De Yorkshire Terriër is vooral in Engeland een zeer populaire hond. Wedijvert met de chihuahua om de titel van kleinste hond ter wereld. Grotere dieren boezemen hem echter geen ontzag in en voor de kluizenaar vormt hij geen goede keus, want hij wil met iedereen vriendschap sluiten.

Formaat

Gewicht tot ruim 3 kg (7 Engelse ponden).

Lichaamsbeweging

De 'Yorkie' is zeer geschikt voor de stad en een bovenverdieping, maar tijdens een wandeling blijkt hij een onvermoeibare metgezel te zijn.

Uiterlijke verzorging

Vele eigenaars van Yorkshire Terriërs vinden het niet zo erg als hun huisdier er een beetje sjofel en ruig uitziet, zolang ze weten dat het schoon en gezond is. De liefhebber van tentoonstellingen heeft het echter druk, want de Yorkshire Terriër wordt zodanig geëxposeerd dat zijn onberispelijke vacht, alleen te bereiken door eindeloos borstelen, wassen en oliën, geheel tot zijn recht komt. De tentoonstelling Yorkie draagt een groot deel van de tijd buiten de ring papillotjes!

Voeding

Gelijk aan dat van andere kleine gezelschapshonden, met vier maaltijden, per dag voor de pup, na een jaar teruggebracht tot een maaltijd, bestaande uit circa 375 gram volledig droogvoer of het vleesequivalent hiervan (circa 200-225 gram), licht gekookt en aangevuld met hondenbrood. Mager vleesafval kan worden gegeven, terwijl een bot op prijs wordt gesteld (echter nooit kippenpootjes of andere die gemakkelijk splinteren).

Gezondheidszorg

De Yorkshire Terriër heeft een sterk, Terriërachtig gebit, maar het is wel zo goed het tandsteen geregeld door de dierenarts te laten verwijderen. Gezelschapshonden verliezen hun tanden vaak op jonge leeftijd (soms al op hun derde), maar door snoepen te vermijden kunnen ze zo lang mogelijk bewaard blijven.

Oorsprong en geschiedenis

Anders dan bij de Chihuahua gaat de geschiedenis van de Yorkshire Terriër niet tot de oudheid terug: het ras bestaat niet veel langer dan 100 jaar. Aangenomen wordt dat het ras werd ontwikkeld door de Skye Terriër met de oude Black and Tan Terriër te kruisen, terwijl de Maltezer en de Dandie Dinmont Terriër mogelijk ook hebben bijgedragen aan de creatie van dit kleine ras, dat befaamd is als ratenvanger.

RASPUNTEN

Raadpleeg een kenner en koop niet overhaast de eerste de beste pup die wordt aangeboden. Het selecteren is nooit eenvoudig, want Yorkshire Terriërs zijn bij de geboorte zwart;de tan-kleur (bruin) verschijnt pas op een leeftijd van drie tot vijf maanden op de benen. Het kan een jaar duren, voordat het zwart op de rug de gewenste staalblauwe kleur verkrijgt.

Algemeen uiterlijk. Moet at zijn van een langharige dames Terriër, met een vacht die volkomen recht en aan beide zijden gelijkmatig naar beneden hangt, met een scheiding die van de neus tot het uiteinde van de staart loopt. Het dier moet zeer gedrongen en fraai van vorm zijn, met een 'gewichtige' uitdrukking. De algemene omtrek moet een krachtig, goed geproportioneerd lichaam doen vermoeden.

Kleur. Donker staalblauw (niet zilverblauw) van de jachtknobbel tot de staartwortel, nooit vermengd met rosse, bronskeurige of donkere haren. Het haar op de borst moet een volle, heldere tan-kleur hebben. Alen tan-kleurige haren moeten bij de wortel donkerder zijn dan punt toe nog lichter bruin worden.

Hoofd en schedel. Het hoofd moet klein en valk zijn, met een niet te veel uitstekende of ronde schedel, een volkomen zwarte neus. Het haar op het hoofd moet lang zijn, met een volle, gouden tan-kleur en opzij van het hoofd boven de aanzet van de oren en op de snuit dieper van kleur en zeer lang. Het tan van het hoofd mag zich nooit tot in de nek uitstrekken, noch mag het tan vermengd zijn met donkere of zwarte haren.

Oren. Klein, V-vormig, half of geheel staand gedragen en niet te ver uiteen, bedekt met kort haar van een zeer diepe, volle tankleur.

Voeten. Zo rond mogelijk;de nagels van de tenen zwart.

Staart. Tot halverwege ingekort, met een massa haar en donkerder blauw van kleur dan de rest van het lichaam, vooral aan gedragen dan de ruglijn.