Tsjechoslowaakse Herdershond

De Tsjecho-Slowaakse Herdershond is levendig en schrander, en beschikt over een scherp gehoor. Hij bezit dezelfde kenmerken als de Hongaarse Kuvasz.

Formaat

Schofthoogte: circa 61 cm: maximumhoogte reu 71 cm, teef 66 cm.

Lichaamsbeweging

Moet voldoende inspannende beweging krijgen om in goede conditie te blijven.

Uiterlijke verzorging

Regelmatig borstelen.

Voeding

375-550 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of 3 kopjes volledig hondenvoer, vermengd met 1-1/2 kopje warm of koud water.

Oorsprong en geschiedenis

De Slowaakse Herdershond is buiten zijn eigen land weinig bekend. Waarschijnlijk is hij verwant aan de Hongaarse Kuvasz, terwijl hij ook op de Owczarek Podhalanski, een oud Pools herderras, lijkt. Sommigen zijn van mening dat de drie rassen in feite lokale variëteiten zijn van hetzelfde herdersras.

RASPUNTEN

Algemene kenmerken. Krachtig gebouwde, forse berghond met witte vacht, een stevig skelet, een levendige aard. Hij is waakzaam, onbevreesd en schrander.

Hoofd en schedel. Zware schedel, breed tussen de oren, onduidelijke stop. De neusrug neemt ongeveer de heeft van de lengte van het hoofd in. Snuit 's winters bruinzwart, 's zomers zwart.

Hals. Recht aangezet en bij opwinding hoog gedragen; bij de reu machtig en met manen.

Vacht. Dicht en wit, een wollige ondervacht en een bovenvacht van 5-15 cm lange dekharen. 's Zomers ruit de ondervacht. Een gele kleurzweem is ongewenst.

Staart. Lang aangezet, goed bevederd en tot voorbij het spronggewricht reikend.

Voeten. Krachtig gewelfd en compact, goed behaard en met flinke voetzolen.