King Charles Spaniel

De King Charles Spaniel komt in vier kleurslagen voor, namelijk zwart met bruin ( 'Black and Tan' ), driekleurig of Prince Charles; Ruby en Blenheim.

In 1903 heeft men in Engeland geprobeerd de naam in Toy Spaniet te veranderen, maar dit stuitte op verzet van koning Edward vii, een groot liefhebber van dit ras. Vermoedelijk dankt het zijn naam aan de vele schilderijen die Anthonie van Dyck in de 17de eeuw van Karel 1, vergezeld van deze hondjes, maakte.

De King Charles is een ideale keuze. Het ras is een mengeling van goede eigenschappen: uitstekend geschikt voor kinderen en ondanks zijn geringe omvang zeer sterk. Zijn uiterlijk moet dagelijks worden verzorgd, hij moet geregeld in bad en zijn ogen moeten, net zoals bij de Pekingees, dagelijks worden schoongemaakt. Ook moet men ervoor zorgdragen dat zijn goed verborgen oren schoon blijven.

Formaat

Het ideale gewicht is 3, 6-6,4 kg.

Lichaamsbeweging

De King Charles verheugt zich op de dagelijkse uitjes, of het nu het doen van boodschappen of een wandeling in het park betreft. Hij leert al snel zijn riem of een krant dragen. Vergeet hem niet met een handdoek droog te wrijven nadat hij in de regen buiten is geweest.

Uiterlijke verzorging

Geregeld afborstelen is noodzakelijk. Kijk zijn voetjes na op mogelijke bultjes tussen de tenen en de oren op oorontsteking, die dikwijls een onprettige geur veroorzaakt. Veeg zijn ogen met watten en boorwater schoon, opdat hij niet de vieze traanstrepen gaat vertonen.

Voeding

Circa 200-375 gram vleesmaaltijd, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood. Geeft men volledig hondenvoer, dan vermengd men dit met warm of koud water in de verhouding 1 kopje voer : 1/2 kopje water. Ook kan men stukjes licht gekookt vlees geven, aangevuld met hondenbrood. Vleesresten mogen gegeven worden, evenals hondensnoepjes, maar bederf zijn gebit niet met zoete koek.

Oorsprong en geschiedenis

De King Charles wordt over het algemeen als een Engels ras beschouwd, maar zijn afstamming gaat terug tot 2000 v.C. in Japan. Het oorspronkelijke ras kwam in de 16de en 17de eeuw algemeen voor aan het Engelse hof en lek toen sterk op de huidige, een langere snuit bezittende, Cavalier King Charles.

RASPUNTEN

Algemeen uiterlijk. Compact en gedrongen, met edele lijnen; borst breed en diep, benen kort en recht, rug kort en vlak. Beweging vrij, actief en elegant.

Kleur. De enige erkende kleuren zijn: (1) Zwart met bruin - een vol, glanzend zwart met helder mahoniebruine aftekening op snuit, bennen, borst, omlijning van de oren, onder de staart en plekjes boven de ogen. (2) Driekleurig- ondergrond parelwit en goed verdeelde zwarte vlekken, schitterend bruine aftekening op wangen en belijning van de oren, onder de staart en vlekjes boven de ogen; een brede witte bles tussen de ogen en op het voorhoofd. (3) Blenheim- een parelwitte onder grond met goed verdeelde kastanjerode vlekken; een brede, zuivere bles met de 'spot', een scherp afgetekend kastanjerood plekje midden op de schedel. (4) Ruby - Effen gekleurd in een volle, kastanjerode tint.

Hoofd en schedel. Schedel zwaar in verslijking tot grootte, goed gewelfd en vol boven de ogen. Neus zwart, met grote, wijd open neusgaten, zeer kort en nar de schedel toe opgewipt. De stop tussen schedel en neus moet duidelijk zijn. Snuit vierkant, breed en diep, en goed opgewipt; onderkaak breed; lippen volkomen sluitend, wat een goed afgewerkte indruk geeft. De wangen mogen niet invallen onder de ogen, maar moeten goedgevuld zijn. Een naar buiten hangende tong is laakbaar, maar geen renden tot diskwalificatie.

Staart. Met goede vlag en niet boven de ruglijn uit gedragen.