Boston Terrier

De Boston Terriër is een levending, aantrekkelijk, Amerikaans ras. Hij is schrander en goed af te richten, en vormt een prettige kameraad, die altijd zin heeft in een wandeling of een spelletje. Het verkrijgen van een goed tentoonstellingsdier kan voor de aspirant-inzender echter een nachtmerrie zijn; bovendien moet bij de worp dikwijls de keizersnede worden toegepast.

Formaat

Gewicht niet meer dan 11, 3 kg.

Lichaamsbeweging

Dit ras zich tevreden met een wandeling aan de lijn, indien men geen tuin bezit om het meer vrijheidsbeweging te bieden. Het is in de eerste plaats een gezelschapshond en mag niet in een buitenkennel worden gehouden.

Uiterlijke verzorging

Noodzakelijk is een dagelijkse borstelbeurt. In de Verenigde Staten worden de oren gecoupeerd in de staten waar dit wettelijk is toegestaan. Bij ons is dit verboden. De vacht verhaart zelden.

Voeding

200-375 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood;mof 1-1/2 kopje volledig hondenvoer, vermengd met 3/4 kopje warm of koud water.

Gezondheidszorg

De Boston Terriër is een sterke hond maar evenals bij de Pekingees en andere rondogige rassen moet men oppassen dat er geen stof en ander vuil in de ogen van het achterblijft.

Oorsprong en geschiedenis

De Boston Terriër of 'het zwartsatijnen heertje' zoals hij soms wordt genoemd, is ontstaan uiteen kruising van de Engelse Bulldog en de Bull Terriër, met als stamvader Judge, die in 1865 vanuit Engeland in de Verenigde Staten werd ingevoerd. Latere nakomelingen werden weer gekruist met Bull Terriërs en Staffordshire Bull Terriërs, totdat de hond was ontstaan die we nu kennen.

RASPUNTEN

Algemene verschijning. De Boston Terriër moet een levendige, bijzonder intelligent, gladharige, korthoofdige, gedrongen gebouwde, met witte aftekening. Het hoofd moet een hoge mate van intelligentie vertonen en wat omvang betreft harmoniëren met de grootte van de hond. het lichaam moet tamelijk kort zijn en goed gesneden, de benen sterk en fraai recht, de staart kort. Geen van de kenmerken mag zo opvallen dat de hond slecht geproportioneerd aandoet. De hond moet de indruk wekken mag zo opvallen dat de hond slecht geproportioneerd aandoet. De hond moet de indruk wekken vastberaden, krachtig en bedrijvig te zijn, met veel stijl en een gemakkelijke, zekere, sierlijke gang, waarbij de voor - en achterbenen zich in een volmaakt ritme in rechte lijn voortbrengen en iedere stap sierlijkheid en kracht uitstraalt.

Kleur. Gestroomd met witte aftekeningen; de stroming moet over het gehele lichaam duidelijk te zien zijn; zwart met witte aftekeningen is toegestaan, maar de voorkeur gaat uit naar gelijkmatig gestroomd met witte aftekeningen.

Hoofd en schedel. Schedel vierkant, vlak van boven, zonder rimpels; wangen vlak; steil voorhoofd, duidelijke stop. Snuit kort vierkant, breed en diep, harmoniërend met de schedel; zonder rimpels; lengte korte dan breedte en diepte, niet meer dan ongeveer een derde van de lengte van de schedel; breedte en diepte tot aan het eind gelijkmatig; de snuit moet van de stop tot aan de punt van de neus evenwijdig lopen aan de lijn van het schedeldak; neus breed en vierkant. De lippen moeten lang zijn maar niet overhangen; ze moeten de tanden volkomen bedekken wanneer de mondgesloten is.

Staart. Laag aangezet; kort; spits toelopend en niet dik; recht of schroefvormig; zonder franje van grof haar en niet hoger dan horizontaal gedragen.

Voeten. Rond, klein en aaneengesloten, niet naar binnen of naar buiten gedraaid; tenen goed gebogen.